Als er over de slavernij gesproken wordt, dan denkt men gelijk aan de Afrikanen die tot slaven waren gemaakt in het verleden. Dat fenomeen vond en vindt eigenlijk wereldwijd plaats, in allerlei vormen. In tegen stelling tot veel mensen het beweren, is het een discussie wat losgekoppeld kan worden van racisme.
Het aantal Aziatische slaven is niet minder dan dat aantal van de Afrikaanse over de hele wereld. Waarom wordt er weinig tot niet daarover geroepen vanuit de Aziatische gemeenschap? Ik persoonlijk denk dat ‘slaaf zijn’ of tegen een ‘slaaf loon’ werken als een kans wordt gezien door de Aziaten. Een kans om de omstandigheden van hun familie en de toekomst van hun volgende generaties te verbeteren. We zien allemaal de opwaartse economische ontwikkelingen in Azië. De Aziaten zijn bereid ‘even’ slaaf te zijn met oog op de onafhankelijkheid in de toekomst. Kijk maar naar China. Zij zijn rijk geworden o.a. door tegen slaaf loon te werken, om de rijke westerse landen van goedkope consumptie te voorzien. Wat maakt het dat mensen met Afrikaanse afkomst steeds met het slavernijverleden in hun hoofd zijn blijven zitten? Zouden het bieden van excuses hen ineens een beter gevoel kunnen geven?
Het is interessant om te weten hoe de slavernij is ontstaan. Het bedrijven van slavernij was al heel lang een bekende activiteit in Afrika. Het was gebruikelijk dat overlevenden van een overwonnen stam tot de oorlogsbuit behoorden; mannen, vrouwen en kinderen werden verhandeld, evenals het vee dat buit was gemaakt. Later ontdekten zij dat het slimmer is de ‘buit’ te verhandelen voor geld. Voordat de Europeanen in beeld kwamen, waren de Arabieren de favoriete afnemers van Afrikaanse slaven. Een belangrijk verschil tussen de Arabieren en Europeanen was: Arabieren kochten vaker slavinnen voor de ‘zorgtaken’. Europeanen kochten de slaven voor het zware werk. Veel belangrijke economische activiteiten werden alleen met slaven uitgevoerd, zoals in de havens, schepen, mijnen en plantages werden in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika en Azië alleen door slaven bemand. Veel van de eerste generatie Amerikaanse Chinezen waren bijvoorbeeld door de leugens van mensenhandelaar in Noord-Amerika beland voor de mijnbouw. Toen de Europeanen de Afrikaanse slavenhandel hadden leren kennen, werd de slavenmarkt groter. De Afrikanen gingen toen actief de ‘krijgsgevangenen’ verhandelen, maar ook de onschuldige rasgenoten ontvoeren en doorverkopen. De slavernij beperkte zich niet tot de Aziaten en Afrikanen. Er waren bijvoorbeeld ook Europese Christenslaven voor de Arabieren of Islamistische landen. Met andere woorden: de slavernij speelde zich af over de hele wereld en was niet rassen gebonden. Er was toen sprake van vraag en aanbod op de markt. Wie was eigenlijk de schuldige? Afrikanen die hun eigen volk aanbieden en verkopen, of Europeanen die de koop sluiten met eigen verdiend geld?
De gekochte slaven werden mee naar huis genomen. De baas had bepaalde verwachtingen toen hij de slaaf kocht. De slaaf werd verhandeld tegen eigen wil, zonder dat hij van te voren wist wat hem te wachten stond. Conflicten vonden onvermijdelijk plaats. Uit gevoel van machteloosheid kon de slaaf moeilijk handelbaar zijn. In het algemeen waren de Afrikanen fysiek sterk. Europeanen waren fysiek niet sterker maar hadden veel personeel. Soms waren ze in het bezit van een vuurwapen. De baas vond het vanzelfsprekend dat de slaaf moest gehoorzamen omdat hij hem gekocht had voor een bepaald doel, namelijk om het werk te doen. Hij had immers daarvoor betaald. Er was sprake geweest van eerlijke handel. Daarom zette de baas alles in zodat de slaaf deed waarvoor hij betaald werd. Anders mocht de slaaf fysiek de pijn voelen en ging die uiteindelijk toch de verwachte doen uit angst. Alleen door zich aan te passen in de ‘ongewenste’ omstandigheden kon een slaaf overleven. Aziaten zijn fysiek niet sterk maar beschikken over grote aanpassingsvermogen. Mensen wiens voorouders slaven waren geweest, behoorden tot de groep mensen met positieve ‘mindset’ en grote flexibiliteit. Zonder die eigenschappen hadden ze de bloedlijn niet kunnen voortzetten.
De slavernij heeft niets met racisme te maken maar de tegenstelling van macht en onmacht. Als wij de slavernij doortrekken naar het heden, dan zien we hetzelfde terug, maar dan in een andere vorm. Nu kiezen mensen zelf voor de macht te knielen vanwege het geld. De behoefte aan goedkopere of flexibelere arbeidskracht van vroeger, leidde tot het kopen van slaven. Door dezelfde behoefte worden nu de arbeidsmigranten geïmporteerd uit de ‘armere’ landen. Ik weet niet hoe de Turkse of Marokkaanse arbeidsmigranten waren behandeld. Recentelijk las ik nog in het nieuws over de slechte leefomstandigheden van Poolse arbeidsmigranten. En hoe ziet het werkende leven eruit van de volwassen gewordende kinderen van immigranten? Tegenwoordig kiezen de armen het leger in te gaan of werken in de mijnen, voor het geld. Veel armen, ook Aziaten, werken op de luxe cruiseschepen, in Saoedi-Arabië of andere landen in Midden-Oosten en Azië, voor het betere bestaan. Worden de armen of kwetsbaren, die het werk doen wat de meeste mensen niet zouden kiezen, wel op een menselijke manier behandeld door hun werkgever?
In deze moderne tijd zijn we de loonslaaf geworden. Om te overleven en onze behoefte te bevredigen zijn we afhankelijk van het inkomen. In werk context kan de verhouding – heerser en slaaf – makkelijk ontstaan. Als wij niet aan de verwachtingen van de baas voldoen, kunnen wij ontslagen worden. Ontslagen worden betekent geen geld hebben om fatsoenlijk te leven. Uit angst gaan de werknemers in allerlei bochten wringen om de baas vooral niet ‘boos’ te maken. Daarvoor zetten ze hun eigen wensen en lijden op zij. Om te ‘overleven’ vertoont men hetzelfde gedrag zoals sommige slaven van vroeger: zich aanpassen en bewust ervoor kiezen om bepaalde behandelingen te accepteren. Hoewel de positie van werknemers best goed beschermd is in Nederland, is het mens eigen meer vastigheid te willen na lange tijd in comfort en zekerheid te hebben geleefd. Is het een goede ontwikkeling dat de werknemers stilzwijgend veel accepteren van de werkgevers? Is de verwachting van die ene baas altijd terecht, vooral wanneer er sprake is van meerdere bazen binnen een bedrijf? Hoe kan de afhankelijkheid tussen macht en onmacht doorbroken worden? Wat maakt de werkgever-werknemer relatie gelijkwaardig? En wat als de werknemers zelf ervoor kiezen ‘de slaaf’ te blijven? Kan of wilt de baas (heerser) iets daaraan doen?
Een positief punt dat te weinig belicht is over het slavernijverleden: West-Europa was één van de laatste partijen die aan de slavenhandel meedeed, maar was wel de eerste partij die het initiatief nam om de slavenhandel te weren met een verdrag. Ze gingen in eerste instantie met de bestaande situatie mee maar stonden uiteindelijk op om de eerdere gedane misstap – meedoen met de mensenhandel – te corrigeren. Elke dag doet zich opnieuw een kans voor om de geschiedenis te herschrijven. Waarvoor dat excuseren terwijl het anders doen veel meer zou kunnen betekenen?
Reactie plaatsen
Reacties