Thuiswerken in de pandemie

Gepubliceerd op 2 december 2020 om 20:07

Ik werk inmiddels al weer drie kwart jaar thuis. Het leven van thuiswerken zou waarschijnlijk makkelijker zijn voor mij dan voor de collega’s met gezin. Ik hoef niet een aparte werkruimte te creëren voor meer rust. Het thuiswerken heb ik altijd fijn gevonden. Normaal werkte ik namelijk al één keer in de week thuis.

Toen het iedere dag, week in week uit thuiswerken werd, stak de onrust langzaam de kop op. De beperkingen zijn door mij onder een vergrootglas gelegd. Ik heb het gevoel dat ik mijn werk niet goed aan het doen ben. Ik voel me beperkt in mijn vrijheid. En het is niet de vrijheid om iets te doen wat ik zelf graag wil, zoals bij de meeste mensen het geval is. Maar de vrijheid om keuzes te maken die ten goede komt van wat ik wil bereiken in mijn functie of op werk. De beperkingen zijn soms opgelegd door mijn eigen normen en waarden, maar eveneens door de mogelijkheden die er zijn.

Op werk is het thuiswerken de norm. Als zoiets gezegd wordt op werk, zou ik zeker niet de eerst persoon zijn die anders doet of beweert. Ook als ik daar heel veel last van ervaar. Er wordt met MS teams gewerkt. Er zijn verder geen andere (betere) alternatieven. En dat werken via het beeldscherm: het effect wat je daarmee kan bereiken is minder dan met persoonlijk contact. Het voelt alsof dat ik ineens een handicapt erbij heb gekregen in het overbrengen van boodschap. Maar andere keuze heb ik niet. Verder heb je bij persoonlijk contact meestal beelden bij: de omgeving, het gezicht, de uitstraling en energie van een persoon. Ineens moeten wij ons beperken tot de woorden en letters. Wij doen veel alleen met documenten en/of via de e-mails. Voor mij hoeft dat geen probleem te zijn. Ik kan me goed voorstellen dat dat een grote tegenvaller is voor mensen die informele, mondelinge communicatie of persoonlijk contact prefereren. Sommige mensen hebben eenmaal weinig affiniteit met schriftelijke informatie. Als laatst hebben sommige beroepen niet eens de keuze om thuis te werken. Ze moeten de werkvloer op ondanks dat ze misschien de angst hebben om besmet te worden met het virus. Dat er minder keuze mogelijkheden zijn om mijn werk beter te doen, geeft mij een ongemakkelijk gevoel.

Buiten werktijd beperk ik mezelf de vrijheid omdat ik mijn aandeel in de besmettingsgraad wil uitsluiten. Ik vermijd drukke plekken en openbaar vervoer. De optelsom is ook dat ik nergens meer verschijn, behalve in de supermarkt voor de broodnodige. Ik wil mezelf helemaal niet opsluiten maar mijn eigen normen en waarden voeren de boventoon. Wat ik niet wil is op mijn geweten hebben dat Nederland straks in vuur en vlam zit na de tomeloze inzet van mensen in de frontlinie, omdat ik van mijn persoonlijke vrijheid heb genoten.

In Nederland hebben wij een leider die weet hoe belangrijk het is om vrij te voelen, en ons de keuze over laat zelf de juiste beslissing te nemen. Helaas weten veel Nederlanders niet hoe zij met de keuzevrijheid moeten omgaan. Sommige Nederlanders willen van onze premier een lock-down. Ze willen dat hij de vrijheid, om zelf de juiste keuze te maken, van ons ontneemt. Zij willen dat de premier ons behandelt als een kind, die emotioneel nog te onvolwassen is om verantwoordelijkheid te nemen voor ons eigen gedrag en daarmee de consequenties voor onze medemensen. Het doen en laten van veel Nederlanders brengt mij af en toe aan het twijfelen: ben ik niet onnodig streng bezig voor mezelf?

De eerste keer dat ik het besef kreeg dat de keuzevrijheid niet onbetwistbaar is, is toen ik in New York verbleef, ongeveer 10 jaar geleden. Ik zag toen het volgen van je droom en het maken van vrije keuzes in het leven ook onmogelijk kunnen zijn, zelfs in een land zoals Amerika. In Nederland kun je een individualist zijn en toch verder komen. Wij hebben hier de keuzevrijheid om jezelf te mogen zijn. Echter, een privilege kan gekoesterd of uitgebuit worden. Waarschijnlijk is dit een van de oorzaken waarom het minder noodzakelijk is om ‘wij-gericht’ te denken en daarbij horend gedrag te vertonen in Nederland.

De eerste maanden was voor mij een constant gevecht tegen mijn eigen onrustig gevoel. Hoewel ik verstandelijk wist dat ik de juiste aan het doen ben, kon ik mijn drang naar vrijheid niet bedwingen. Ik was toen in mezelf gaan verdiepen: wat gaf mij positieve stimulans buitenhuis behalve het contact met mensen? Daarna heb ik mijn thuisomgeving aangepast en de elementen die mij positief prikkelen buitenhuis, in het huis gehaald. Sindsdien is mijn huis ook een plek geworden waar ik graag langdurig vertoef met veel plezier.

Het thuiswerken en deze pandemie hebben eigenlijk veel goeds gebracht. Ik heb moeten leren omgaan met de beperkingen op werk en accepteren dat deze een fase is wat uiteindelijk over zal gaan. Mijn creativiteit wordt meerdere malen op proef gesteld. We leren mensen en situaties te waarderen die voorheen vanzelfsprekend werden gevonden. Tevens ontdekken we de ongekende aspecten over onszelf.

Een ding weet ik zeker: ik blijf straks twee dagen in de week thuiswerken; uiteraard alleen wanneer mijn werk die keuze toelaat.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.